Grands Jours de Bourgogne 2018 (de flessen dragen het magische jaartal 2015)
Hoeveel waarde hecht een liefhebber van wijn uit de Bourgogne nog aan een reisgids? Omdat het aanbod Nederlandstalige reisgidsen over Bourgogne waarin het onderwerp ‘wijn’ een significante rol welhaast is opgedroogd, de Groene Reisgids van Michelin (2024) blijft gelukkig excelleren, ontwaar ik bij iedere nieuwe titel ten minste een vorm van nieuwsgierigheid. Opvallend dat in de boekhandel de laatste jaren zogenaamde egodocumenten opduiken. Ik nam recentelijk de derde in de hand, het handzame en mooi vormgegeven boekje ‘Bourgogne: Yonne, Côte d’Or & Saône et Loire’ (2023) van Ruud Couwenhoven.
Het is aanvankelijk een beetje puzzelen waar het boekje precies over gaat. De informatie op de voor- en achterzijde van de omslag is overdadig en met kadertjes die je beloven dat er nóg meer op jou staat te wachten door QR-codes te scannen en je te registreren op de internetsite van de schrijver. Ik las uiteindelijk een reis vanaf het noorden van de Bourgogne tot in het zuiden van de Mâconnais. Met behulp van de auto of de fiets kun je de achterlanden van de wijngaarden verkennen. Samengevat: een geëngageerd boekje vol met tips en adviezen en ja, wijn speelt een belangrijke rol. De schrijver brengt echter te veel tijd door in het departement Yonne en dat zorgt uiteindelijk voor een disbalans waarvoor de twee andere departementen c.q. de vier andere wijndistricten een prijs betalen. Aan de andere kant: is Yonne jouw bestemming, dan houd ik je verder niet tegen om je naar de boekhandel te spoeden.
Al lezend zal het jou niet ontgaan dat Chablis de bakermat is van de schrijver. Geen enkele (wijn-)schrijver zou een halve pagina uitweiden over de onofficiële achtste Grand Cru van Chablis (‘La Moutonne’), vermits geen band met Domaine Long-Depaquit (Maison Albert Bichot). In het kleine 200 pagina’s tellende boekje, kan hij zich dan ook pas op p. 114 losmaken van Yonne, het departement waarin Chablis ligt. Je begrijpt dat de schrijver plotseling stevig op het gaspedaal dient te treden om, met slechts nog een kleine 70 pagina’s te gaan, de andere vier wijndistricten in de Bourgogne te doorkruisen.
Het begint al te schemeren, maar gelukkig rijdt de schrijver op p. 166 eindelijk mijn Côte Chalonnaise ofwel het noordelijke deel van het departement Saône-et-Loire binnen. Hij laat slechts een schamele vier pagina’s na met een overdaad aan bij vlagen overbodige fietsinformatie. De lezer dient met een vergrootglas te zoeken naar de vinologische geheimen van de Côte Chalonnaise, waarbij je uiteindelijk te weet komt dat in Givry rode en witte Bourgognes worden gemaakt en dat ook Rully een wijndorp is. In het aansluitende hoofdstukje ‘Wijnproeven en kopen in Saône-et-Loire’: geen enkel adres in de Côte Chalonnaise. Hierbij dient te worden aangetekend dat de schrijver voor de proef- en koopadviezen een caviste uit Parijs (“een van de beste van Frankrijk”) in de arm heeft genomen. Een onvergeeflijke omissie. De achterzijde van het boekje spreekt over “een wijn roadtrip vol verrassingen”. Ik moet eerlijk bekennen dat ik deze niet zag aankomen.
Ondanks het nodige wringen hier en daar (over Vézelay, maar geen woord over wijn; het eeuwige vastklinken van de césar druif aan de AOC Irancy *); “beter doorfietsen” bij La Chablisienne; een prestigieus wijndomein aanbevelen en vervolgens doodleuk schrijven “mocht je er terechtkunnen”) heb ik het boekje helemaal uitgelezen. Maar egodocumenten zijn blijkbaar niet aan mij besteed. Ik voel te veel gehijg in mijn nek. Ik moet dit of ik moet dat doen, ander krijg ik er zeker spijt van. Ik heb verder grote moeite het kinderachtige idee “jou een geheim te verklappen”, maar ook met holle slogans zoals “met insidertips van locals”. De sfeer van exclusiviteit die in het boekje ronddoolt, onderstreept door het consequent adviseren van dure Bourgognes waarvan het soms maar de vraag is of wij ze kunnen kopen, maakt het onderwerp ‘wijn’ voor de zoveelste keer intimiderend.
Ik richt mij ten slotte tot mijn lezers met de volgende vraag: “Wat zouden jullie het liefste in de Bourgogne willen doen? Een kwartiertje staren naar de druiven van ‘La Romanée-Conti’ om trots tegen het thuisfront te zeggen dat je de bron zag van één van Bourgognes duurste of drie versies Vire-Clessé proeven bij Vérizet, de coöperatie in Viré? Kies je voor de eerste optie, dan kan ik jou het boekje alsnog van harte aanbevelen.
*) Aan alle rode/rosé Bourgognes in het departement Yonne mag césar worden toegevoegd, behalve aan Bourgogne Passe-tout-grains en aan Bourgogne Côtes d’Auxerre. Daarbij hoef je in bij een Irancy niet per se césar toe te voegen. In de betere oogstjaren is een Irancy 100% pinot noir.